De federale overheid ziet in België een draaischijf voor de ontwikkeling van intellectuele eigendom. Octrooien, kwekersrechten, software development, … voor allemaal moet België een aantrekkelijke uitvalbasis vormen in de toekomst. Om die reden wordt hard gewerkt aan enkele wettelijke en fiscale hervormingen die de ontwikkeling van onder meer nieuwe software moet bevorderen.
Vandaag kennen vennootschappen al een belastingvrijstelling ten belope van 80% voor inkomsten uit de verkoop of licentie van gepatenteerde producten of procedés. Belangrijke voorwaarde bij deze ‘oude’ octrooiaftrek is dat een goedgekeurd octrooi moet worden voorgelegd. Hierdoor vallen een aantal belangrijke intellectuele eigendomsrechten uit de boot, zoals in veel gevallen ook software. Ook de lange wachttijd om een octrooi te laten goedkeuren blijkt vaak een pijnpunt.
Om hieraan te verhelpen werd begin dit jaar nu ook een nieuw fiscaal voordeel (“innovatieaftrek”) ingevoerd dat van toepassing is specifiek op de ontwikkeling van software. Het nieuwe voordeel komt bovenop de toch al erg gunstige fiscale behandeling van royalties uit auteursrechten waarvan onder meer software developers al enkele jaren kunnen genieten.
Wat houdt dit nieuwe fiscale voordeel in?
De innovatieaftrek laat aan bedrijven toe om de innovatie-inkomsten op hun software ten belope van maximaal 85% (ipv de 80% die geldt bij octrooien) in aftrek te brengen en aldus de belastingdruk op hun inkomsten uit de ontwikkeling van software de facto terug te brengen tot +/- 5%. Bedragen die de 85% overschrijden kunnen overgedragen worden naar een volgend jaar.
Het is bij dit alles niet langer nodig om een onderzoekscentrum in België te hebben, ook het land waar de octrooibescherming wordt bekomen, is in de toekomst minder belangrijk.
Voor ondernemingen die de huidige octrooiaftrek al toepassen, is een overgangsregeling voorzien tot 2021. In die periode kunnen ondernemingen kiezen en afwegen welke aftrek in de praktijk het voordeligst is voor hen.
Wat zijn “innovatie-inkomsten”?
Als “innovatie-inkomsten worden in aanmerking genomen alle in België belastbare inkomsten uit licenties, inkomsten uit schadevergoedingen voor inbreuken op het auteursrecht en softwarebeschermingsrecht en meerwaarden uit de overdracht of cessie van auteursrechten.
De innovatieaftrek zal enkel toegepast kunnen worden op de netto-inkomsten na aftrek van uitgaven die rechtstreeks en uitsluitend betrekking hebben op het intellectueel eigendomsrecht. Ondernemingen die verschillende R&D projecten hebben lopen of die werken aan “gemengde” projecten die slechts deels uit software development bestaan, moeten dus een en ander correct kunnen uitsplitsen.
Op welke software geldt de aftrek?
De innovatie-aftrek geldt voor nieuw ontwikkelde software die beschermbaar is door het auteursrecht en het softwarebeschermingsrecht (en die dus voldoende “origineel” is) en die als noodzakelijke voorwaarde moet voortvloeien uit een onderzoeks- of ontwikkelingsprogramma binnen het bedrijf. De software mag bovendien geen inkomsten gegenereerd hebben voor 1 juli 2016. Ook bewerkingen of adapties van bestaande software kunnen overigens in aanmerking komen.
Ondernemingen kunnen op deze manier gebruik maken van een aanzienlijk belastingvoordeel voor licentievergoedingen en verkopen van nieuwe software. Maar ook bedrijven die voor interne gebruik computerprogramma’s ontwikkelen kunnen voortaan gebruik maken van de belastingvrijstelling. In dat geval zal een ‘fictieve’ licentievergoeding berekend moeten worden, alsof de software in licentie zou zijn gegeven aan derden.
Beperking van de aftrek
Het belastingvoordeel is weliswaar beperkt overeenkomstig de BEPS (Base Erosion Profit Shifting) regels van de EU.
Enkel de eigen ontwikkeling door het bedrijf kan in aftrek genomen worden. Dit noemt men de ‘Nexus’ berekening. Het gevolg hiervan is dat een Belgische vennootschap niet louter gebruikt kan worden als ‘doorgeefluik’ zonder eigen R&D activiteit te ontwikkelen.
Vennootschap die intellectuele eigendom (deels) hebben ingekocht of het onderzoek hebben uitbesteed aan een verbonden vennootschap in een ander land, kunnen op dat ingekochte of uitbestede deel de fiscale aftrek dus niet gebruiken.
Het blijft om die reden van het grootste belang om de innovatieve activiteiten binnen een groep fiscaal optimaal te structuren, met daarbij de nodige aandacht voor transfer pricing.
Blijft bestaan: het fiscaal voordeelregime voor inkomsten uit auteursrechten
Naast bovenstaande nieuwe regels, kunnen fysieke personen (niet vennootschappen, maar wel hun aandeelhouders of bestuurders en zaakvoerders) al enkele jaren genieten van een érg interessante fiscale behandeling van inkomen dat zij ontvangen als vergoeding of royalities voor licenties of verkoop van software.
Fysieke personen die software ontwikkelen en deze commercialiseren via een vennootschap kunnen zo voor een bedrag van om en bij de 56.000 euro per jaar aan royalities uitkeren, belast aan een vaste bevrijdende roerende voorheffing van 25%. Aangezien de wet ook voorziet in aanzienlijke forfaitaire kostenaftrekken die eerst in aanmerking genomen kunnen worden, is de netto belastingdruk op inkomsten uit royalties voor de fysieke personen achter een vennootschap in se beperkt tot 7 à 8%.
De combinatie van beide regelgevingen zorgt ervoor dat zowel vennootschap als aandeelhouder/zaakvoerder een erg gunstig fiscaal regime kunnen genieten op de commercialisering van (nieuwe software).
Vragen over softwarebescherming en licenties in het algemeen of de toepassing van de innovatie-aftrek en het royalties regime in het bijzonder?
Bart Van den Brande en de rest van ons team staan graag vrijblijvend tot uw beschikking op bart@siriuslegal.be of 0032 486 901 931