In ons blogartikel van 4 maart 2019 kondigden we reeds de geboorte van het nieuwe vennootschapsrecht aan. De krachtlijnen van deze nieuwe vennootschapswetgeving hebben we toen al op een rijtje gezet: minder vennootschapsvormen, de BV als hoeksteen van het nieuwe stelsel, de NV enkel nog voor grote ondernemingen, wijzigingen voor vzw’s en verenigingen én de beperkte aansprakelijkheid voor de vennootschapsbestuurders. Het is deze laatste topic die vele bestuurders zal interesseren, aangezien er de laatste jaren een duidelijke trend bestaat om hen sneller aan te spreken op hun fouten. De wetgever heeft om die reden een aantal wijzigingen en verduidelijkingen doorgevoerd om enerzijds het ondernemersrisico terug aantrekkelijker te maken, maar anderzijds bezorgde aandeelhouders én derden gerust te stellen. Wat moet je voor de toekomst weten?
Algemene aansprakelijkheid voor alle soorten bestuurders
Er is nu sprake van een algemene aansprakelijkheidsregeling, geldig voor alle soorten rechtspersonen. Voordien werd deze aansprakelijkheid per vennootschapsvorm onderverdeeld. Ook feitelijke bestuurders, namelijk zij die t.a.v. de rechtspersoon werkelijke bestuursbevoegdheid hebben, zijn op dezelfde manier aansprakelijk als de formeel benoemde bestuurder.
Uitbreiding hoofdelijke aansprakelijkheid
Als het bestuursorgaan een college vormt, dan zijn de leden van dat orgaan hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat elk lid persoonlijk volledig moet instaan voor vergoeding van de schade aan de schadelijder. Vormen de verschillende leden geen college, dan nog zijn deze leden hoofdelijk gehouden voor fouten ten gevolge van overtredingen van de bepalingen van het wetboek van vennootschappen of overtredingen van de statuten van de vennootschap.
De hoofdelijkheid bestond reeds voor inbreuken op het wetboek van vennootschappen of de statuten, maar wordt zo uitgebreid naar de aansprakelijkheid wegens loutere bestuursfouten.
De nieuwe bepalingen voorzien wel in een ontsnappingsroute: Een lid kan, indien het geen aandeel heeft in de fout, zich ontheffen van deze hoofdelijke aansprakelijkheid indien hij/zij tijdig melding heeft gemaakt van de beweerde fout aan het collegiaal bestuursorgaan of raad van toezicht.
Beperkingen
Op basis van de wet
De nieuwe regelgeving voorziet in een uitdrukkelijke beperking van de aansprakelijkheid. De maximale bedragen waartoe bestuurders veroordeeld kunnen worden, zijn afhankelijk van verschillende perimeters zoals de gemiddelde omzet op jaarbasis en het balanstotaal.
Het invoeren van deze beperkingen had voor de wetgever verschillende redenen. De maximale bedragen zorgen ervoor dat bestuurders redelijke aansprakelijkheidsverzekeringen kunnen afsluiten. Ook wil men de ongelijkheid wegwerken ten aanzien van (top)managers die als werknemers of via managementvennootschappen van een aansprakelijkheidsbeperking genieten. Tot slot wenst men een oplossing te vinden voor de bestaande ongelijkheden met het buitenland.
Deze aansprakelijkheidsbeperking geldt zowel tegenover derden als tegenover de vennootschap. De maximale bedragen gelden voor alle bedoelde personen samen. Zij gelden per feit of geheel van feiten dat aanleiding kan geven tot aansprakelijkheid, ongeacht het aantal eisers of vorderingen.
Let wel: een derde behoudt ten opzichte van de vennootschap zelf wel een vordering voor de volledige schade.
Ook contractueel
De aansprakelijkheid van een bestuurder kan contractueel niet verder worden beperkt dan hetgeen er wettelijk bepaald is. De rechtspersoon, zijn dochtervennootschappen of de door hem gecontroleerde entiteiten mogen de bestuurder niet vooraf ontlasten of vrijwaren voor zijn aansprakelijkheid ten opzichte van de vennootschap of derden. Dit wil zeggen dat zij op voorhand geen afstand kunnen doen van een aansprakelijkheidsvordering ten opzichte van de bestuurder, maar ook dat deze entiteiten de financiële gevolgen van de aansprakelijkheid van de bestuurder niet op zich kunnen nemen. Op die manier zou de persoonlijke aansprakelijkheidsregeling van de bestuurder al te gemakkelijk omzeild kunnen worden. Elke bepaling in de statuten, in een overeenkomst of een eenzijdige wilsuiting die dat wel doet, wordt als nietig beschouwd. Derden zoals de moedervennootschappen/controlerende entiteiten of aandeelhouders mogen daarentegen bestuurders wel vrijwaren.
Uitsluitingen
Laat je echter niet al te hard verleiden door de maximale caps die de nieuwe wetgeving voorziet. De aansprakelijkheidsbeperking geldt immers niet voor:
- Lichte fout die eerder gewoonlijk, dan toevallig voorkomt
- Zware fout
- Bedrieglijk opzet
- Oogmerk om te schaden (opzettelijke fout)
- Voor fouten tegen verplichtingen inzake o.a. het geldig inschrijven van aandelen, het volstorten van het kapitaal en de kapitaalsverhoging;
- de hoofdelijke aansprakelijkheid voor fiscale schulden (onder bepaalde voorwaarden)
- de hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale zekerheidsbijdragen (onder bepaalde voorwaarden)
Een aandachtig lezer merkt meteen dat eigenlijk enkel nog de toevallige lichte fout kan genieten van de beperking. Terecht wordt de vraag gesteld of deze beperking dus in de praktijk ooit effectief toepassing zal vinden en deze beperkingsregeling niet eerder een lege doos is.
Insolventie- en burgerlijk recht
Het nieuwe vennootschapsrecht beslaat niet de volledige aansprakelijkheidsregeling.
De bijzondere bestuurdersaansprakelijkheden na faillissement verhuisden reeds van het oude wetboek van vennootschappen naar het wetboek economisch recht. Het gaat daarbij voornamelijk over de aansprakelijkheid voor ‘wrongful trading’ (voortzetten van een reddeloze onderneming) en de faillissementsaansprakelijkheid wegens kennelijk grove fout. De specifieke aansprakelijkheidsregeling onder insolventie gaat voorbij de scope van deze bijdrage, maar er kan wel op gewezen worden dat ook hier belangrijke uitbreidingen zijn doorgevoerd.
Bijkomend moet er op gewezen worden dat er nog gewerkt wordt aan een belangrijke hervorming van het aansprakelijkheidsrecht in het Burgerlijk Wetboek. Het is op dit moment nog onduidelijk welke impact dit zal hebben op de bestuurdersaansprakelijkheid.
Wat kan je best doen als bestuurder of aandeelhouder?
Als bestuurder of aandeelhouder is het gelet op deze gewijzigde regeling nog meer aan te raden om op voorhand statuten en bestuurdersovereenkomsten te laten nakijken en aan een update te onderwerpen.
Daarbij kan het onder meer over volgende zaken gaan:
- Zorg in statuten, bestuurdersovereenkomsten, managementovereenkomst, etc. altijd dat de opdracht van de bestuurder duidelijk omschreven is. De aansprakelijkheid van de (feitelijke en wettelijke) bestuurder is ten aanzien van de vennootschap van contractuele aard zodat voorafgaand zowel de omschrijving van de opdracht als de definitie van onderscheiden fouten en de daaraan gekoppelde gevolgen best zo duidelijk mogelijk uitgeschreven worden.
- De wettelijke maxima van de aansprakelijkheidsbeperking kan niet verder beperkt worden, maar er kan wel verduidelijking gebracht worden op basis van bewijsclausules, overmachtsclausules, etc.
- Bepaal in het geval van meerdere bestuurders hoe de hoofdelijke aansprakelijkheid zich tussen de verschillende bestuurders verhoudt.
- Indien je statuten of een overeenkomst voorgeschoteld krijgt, laat dan steeds nakijken of eventuele voorgehouden beperkingen van aansprakelijkheden wel correct zijn. Men zou je een rad voor ogen kunnen draaien door je onwettige beperkingen of vrijwaringen in een overeenkomst voor te schotelen.
- Wanneer je als bestuurder geconfronteerd wordt met een discussie over bepaalde beslissingen, laat dan steeds duidelijk schriftelijk noteren of geef per aangetekende zending de andere bestuurders duidelijk ter kennis, dat je een beslissing als foutief bestempelt. Zo kan je aan de hoofdelijke aansprakelijkheid ontsnappen.
Als je je toch door een derde wenst te laten vrijwaren, kijk dan zeker na of de betrokken (rechts-) persoon je wettelijk ook effectief kan vrijwaren.
Heb je meer vragen over je aansprakelijkheid onder het vernieuwde vennootschapsrecht, neem dan gerust contact op met Roeland via roeland@siriuslegal.be.